Dansen met complexiteit in een wervelende wereld
Hoe je met kleine stappen grote beweging creëert
Veranderen in de ouderenzorg is niet eenvoudig. Je beweegt voortdurend tussen belangen, verwachtingen en systemen: de dynamiek van je eigen organisatie, de wensen van cliënten en hun families, wet- en regelgeving, de eisen van verzekeraars en de protocollen van artsen. Samen vormen ze één groot levend netwerk, een Complex Adaptief Systeem (CAS). Een systeem dat voortdurend leert, verandert en zich aanpast.
Een levend netwerk
In zo’n systeem zijn talloze ‘agents’ actief: mensen, teams, regels, waarden, middelen. Ze beïnvloeden elkaar doorlopend, verbaal en non-verbaal, schriftelijk, mondeling, synchroon of asynchroon. Uit al die interacties ontstaan patronen. Herkenbare manieren van doen, de ongeschreven regels van de organisatie: “Zo doen we dat hier nu eenmaal.” Sommige patronen versterken wat goed werkt. Andere patronen houden juist vast aan gewoontes en staan daardoor vernieuwing in de weg.
Patronen leren zien
In een complexe omgeving kun je wél invloed uitoefenen, maar pas als je de onderliggende patronen leert herkennen. De theorie van Human Systems Dynamics (HSD) biedt daarvoor een praktisch handvat: de patroonspotters. Met een aantal gerichte vragen brengen ze de onzichtbare dynamiek van een systeem in beeld. Dat is stap één: zien wat er is. Pas dan kun je patronen beïnvloeden of ombuigen naar iets dat wél werkt.

Waar zit de energie voor beweging?
Onze eerste reflex is vaak: de patronen die we zien willen beheersen of oplossen. Maar in een complex systeem werkt dat niet. Je hebt te weinig invloed om het gedrag van anderen te bepalen en de werkelijkheid verandert sneller dan je plannen kunnen bijhouden. Proberen alles vooraf uit te denken, betekent meestal dat je achter de feiten aanloopt.
“Complexiteit laat zich niet vangen in een plan, ze vraagt om meebewegen.”
En dat is maar goed ook. Juist die voortdurende verandering maakt het systeem levend en lerend.
Leren door kleine stappen
Door iets te doen, breng je altijd iets in beweging. De omgeving reageert soms subtiel, soms zichtbaar. In die wisselwerking ontdek je waar ruimte zit voor verandering. Zo leer je stap voor stap de patronen kennen, en kun je met kleine, gerichte acties steeds meer invloed uitoefenen. Binnen Human Systems Dynamics gebruik je daarvoor de Adaptive Action-cyclus. Drie eenvoudige maar krachtige vragen die beweging brengen:
- What? – Wat gebeurt er eigenlijk? Welke patronen zie je? Wat weet je feitelijk?
- So What? – Wat betekent dat? Waar liggen kansen of aanknopingspunten? Waar twijfel je over?
- Now What? – Wat kun je nu doen om iets in beweging te zetten? Hoe weet je of dat werkt?
Na elke stap begint de cyclus opnieuw. Zo leer je al doende, blijf je wendbaar en ontstaat verandering niet door controle, maar door ritme. Door steeds weer aan te passen in kleine, betekenisvolle stappen.

“Grote bewegingen beginnen klein. Eén stap, één patroon, één gesprek tegelijk.”