RST Zorgverleners zet de medewerker op 1
De medewerker op 1. Dit project van RST Zorgverleners moet ertoe leiden dat medewerkers plezier in hun werk hebben en duurzaam inzetbaar blijven. Maar wat doet de organisatie om de medewerker op 1 te plaatsen en wat kan die hier zelf aan bijdragen? De leden van het RST-kernteam lichten het graag toe.
Wie in de zorg werkt, is gewend om alles te doen in het belang van de cliënt en plaatst deze zonder meer op de eerste plaats. Maar wat als niet de cliënt, maar de medewerker op 1 komt te staan? Dat is nogal een omschakeling, maar RST Zorgverleners doet het gewoon en daar heeft het goede redenen voor.
RST Zorgverleners telt ongeveer 1.200 medewerkers die zorg aan huis bieden. In een gebied dat zich uitstrekt tussen Goes en Urk worden cliënten bezocht met zorgvragen op het gebied van kraamzorg, verzorging en verpleging en huishoudelijke hulp. De medewerkers van de Reformatorische Stichting Thuiszorg bestrijken dus een groot gebied, waarmee de organisatie zich onderscheidt van andere zorgaanbieders in het land. De ontwikkelingen in de zorg hebben echter ook hier hun invloed. Ook RST ziet de vraag naar zorg toenemen terwijl door de schaarste aan zorgcapaciteit het zorgaanbod achter blijft. RST Zorgverleners wil dat iedereen die een beroep op haar doet de zorg krijgt die nodig is. Dat doet het door voortdurend te verbeteren, vernieuwen en verbinden.
Van cliënt tot medewerker
Een manier waarop RST denkt ook in de toekomst goede zorg te kunnen blijven bieden, is door de medewerker op de eerste plaats te zetten. De visie ‘De medewerker op 1’ is, hoewel het ook de titel is van de CAO VVT, nog geen gemeengoed in de zorg, maar volgens Manager P&O Gerrinda Ligtenberg is dit de juiste methode om voor duurzame inzetbaarheid te zorgen. “De visie bij RST was altijd dat we de cliënt centraal stelden. Maar door alle ontwikkelingen in het zorglandschap waarin je ziet dat er steeds meer cliënten komen en het personeelstekort steeds groter wordt, hebben we gekeken naar wat het belangrijkst is. Dat is de medewerker, want als we tekort aan medewerkers hebben, kunnen we ook de cliënt geen passende zorg leveren. De medewerker is het goud van onze organisatie. Daarom hebben wij besloten om te gaan voor de visie Medewerker op 1.”
Medewerker op 1 is nu de naam van het project waarmee RST werkt aan duurzame inzetbaarheid. Om intern zichtbaar te communiceren over dit project hebben ze direct een logo ontwikkeld: een stralende zon met in het hart als middelpunt de medewerker. De start van dit project betekent echter niet dat de zorgorganisatie voor het eerst actief is op dit gebied, vertelt Annelien de Korte, P&O adviseur en projectleider van Medewerker op 1. “Duurzame inzetbaarheid steunt hier op vier pijlers: Plezier in je werk, Fit en gezond, De juiste kennis en vaardigheden en Productiviteit. Kortom, alle facetten die van invloed zijn op duurzame inzetbaarheid. We deden voor elke pijler al diverse acties/interventies, maar we wilden al langere tijd aan de slag met duurzame inzetbaarheid en onze visie op ‘de medewerker’. Het is echter best een breed onderwerp en de kapstok ontbrak. Medewerker op 1 dekt het allemaal.”
Het project kon concreet worden gemaakt met dank aan een subsidie. RST sloeg hiervoor de handen ineen met Pauline van Dorssen van Intrinzis. Als interventiepartner trof Pauline van Dorssen een organisatie die al veel had gedaan op het gebied van duurzame inzetbaarheid. “De verschillende productgroepen, het grote gebied, een hoofdkantoor in Barneveld en een kantoor in Ridderkerk maken het een uitdaging om goed personeelsbeleid te maken voor mensen die elkaar niet elke dag tegenkomen. Toch is RST al ontzettend mooi bezig. Het beleidsplan wordt nog geschreven, maar ondertussen gebeurt hier al van alles.”
De visie is al gemeengoed geworden
De eerste stap in het project Medewerker op 1 was het samenstellen van focusgroepen in verschillende regio’s. Deze focusgroepen zijn er voor de drie productgroepen, maar ook voor teammanagers/leidinggevenden en ondersteunende diensten. Vanuit elke focusgroep gaven de medewerkers aan wat zij belangrijk vinden en waar ze behoefte aan hebben, waarmee het kernteam van de nodige input werd voorzien. Het kernteam is samengesteld uit afgevaardigden van alle productgroepen. Het is nu aan het kernteam om het project vorm en inhoud te geven.
De visie begint al duidelijk ingeburgerd te raken bij RST Zorgverleners. Gerrinda Ligtenberg merkt dat de term Medewerker op 1 al gemeengoed is geworden. “We vragen steeds: staat de medewerker hierbij wel op 1? Dat is een heel mooie eerste winst beweging naar de medewerker toe.”
Initiatieven
Er zijn inmiddels al verschillende initiatieven genomen die laten zien hoe RST te werk gaat om de medewerker op 1 te plaatsen. Zo is sinds oktober 2022 de rol van preventiemedewerker een volledige functie geworden bij RST. Dicky Ploeg voorziet medewerkers van nuttige informatie, onderneemt initiatieven om het werk leuker en lichter te maken en steeds meer medewerkers weten dat ze met vragen bij haar terechtkunnen. Ook is het MKSA-beleid (Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden) aangepast. Hoewel dit oorspronkelijk werd gebruikt voor bijvoorbeeld een wasmachine om het uniform te wassen, voor een fiets of extra verlofuren, was aan het eind van elk jaar nog wat ruimte om meer te kunnen doen. Daarom werd in 2022 de keuze gemaakt om vitaliteitsproducten te laten aanschaffen. Wie het afgelopen jaar bijvoorbeeld wandelschoenen of een tennisracket kocht, kon daar dus belastingvoordeel uit halen. Dit sloeg bij medewerkers zo goed aan dat het een vaste plek krijgt in het beleid. Als er aan het eind van het jaar nog ruimte is binnen het budget, kunnen medewerkers een aanvraag rond vitaliteit indienen. Zo wil RST het belang van de vitaliteit van medewerkers onderstrepen.
Wandelschoenen of een tennisracket met belastingvoordeel? We onderstrepen het belang van vitaliteit.
Een ander mooi voorbeeld van de manier waarop bij alles aan het belang van de medewerker wordt gedacht, is het eindejaarsgeschenk. In plaats van een standaard kerstpakket waar altijd wel producten in zitten waar iemand geen behoefte aan heeft, werd in de verschillende regio’s een eindejaarsfair georganiseerd. Hier konden collega’s elkaar in een gezellige sfeer ontmoeten en met het speciale RST-geld een grote RST-bedrukte tas bij verschillende kraampjes vullen met lekkernijen en cadeautjes.
Terwijl het nieuwe beleid al wordt doorgevoerd, wordt aan het beleidsplan Duurzame inzetbaarheid - Medewerker op 1 nog gewerkt. Dit zal naast een beleidsstuk ook een handboek voor de medewerker worden. Annelien de Korte heeft hier al een duidelijk beeld bij. “Het wordt een interactief handboek op ons intranet. Het is mijn toekomstdroom dat er een knop komt op ons intranet waar medewerkers op kunnen klikken en dat ze hier de benodigde informatie en handreikingen vinden in de vorm van tekst, filmpjes, tools en quizjes. Alle thema’s kunnen we hier straks aandacht geven.”
Eigen regie nemen
Hoewel RST al veel actie onderneemt op het gebied van duurzame inzetbaarheid is dit wat de organisatie betreft niet iets dat van bovenaf wordt opgelegd. Ook de medewerkers zelf kunnen hier hun bijdrage aan leveren. Pauline van Dorssen: “Je hebt zelf invloed op je eigen duurzame inzetbaarheid en ook als team kan je invloed pakken. De leidinggevende en organisatie faciliteren dat, terwijl je zelf de regie kan en mag nemen. Mensen mogen gaan leren dat dat mag, dat het kan en dat het fijn is.”
Hoewel het lastig kan zijn voor de zorgmedewerker die gewend is zichzelf weg te cijferen en de cliënt op 1 te zetten, zijn de eerste initiatieven om de regie in handen te nemen al bedacht. Zo kwam wijkverpleegkundige Marijke Boer zelf met een interventie door in kaart te brengen wat haar collega’s plezier geeft en wat eventueel niet. Hieruit kwam naar voren dat het team vindt dat ze te veel thuis aan het werk waren, waarop Marijke een challenge bedacht. Het streven was om twee weken lang minimaal twee werkdagen niet in eigen tijd te werken (bijvoorbeeld alvast rapportages lezen in zorgdossiers). En wat bleek: ze konden het werk prima aan zonder het mee naar huis te nemen.
Een medewerker bedacht zelf een challenge: twee weken lang minimaal twee werkdagen niet in eigen tijd te werken.
Voor Gerrinda Ligtenberg zijn dergelijke initiatieven een goed voorbeeld van hoe ‘De medewerker op 1’ zich verspreidt binnen de organisatie. “Het is als een mooie olievlek waarbij het niet de leidinggevende is die het op de agenda zet, maar dat het vanuit de medewerker komt.”
Door steeds opnieuw te zoeken naar manieren om de medewerker op de 1 te zetten, dringt de vraag zich op wanneer de medewerker over zichzelf zal zeggen: ik sta op de 1e plaats! Dat zien de leden van het kernteam niet snel gebeuren. Zoiets zit niet in de aard van de zorgmedewerker. Wat wel steeds meer tot ze doordringt, is dat ze voor de organisatie op de eerste plaats staan. Voor Annelien de Korte is het duidelijk: “Er is meer aandacht voor de medewerkers, er wordt met ze meegedacht en er is veel meer begrip dan in het verleden. Daar krijgen we mooie reacties op. Ze zetten zichzelf misschien niet op de 1e plaats, maar door de aandacht vanuit de organisatie ervaren ze wel dat ze steeds meer op de 1e plaats staan.”