Het proces van transitie
Afscheid nemen om ruimte te maken
Elke transitie kent een moment van kantelen. Er gaat iets kapot, en juist daardoor kan iets nieuws ontstaan. In de ouderenzorg voelen we dat scherp: verandering is niet alleen bouwen, maar ook loslaten.
“Een transitie is een diepgaande en langdurige verandering van een systeem, waarbij structuren, denkpatronen en gedragingen verschuiven. Het is geen kleine aanpassing, maar een structurele omslag naar een nieuwe manier van werken, denken en organiseren.”
De X-curve, ontwikkeld door Derk Loorbach (DRIFT), laat zien hoe dat proces verloopt.

De dynamiek van oud en nieuw
De X-curve beschrijft wat er gebeurt als een systeem, zoals de ouderenzorg, verandert. Aan de linkerkant van de curve ontstaan kleine experimenten, initiatieven en nieuwe vormen van werken. Ze groeien, ontwikkelen zich en worden na verloop van tijd de nieuwe werkelijkheid rechtsboven.
Aan de bovenzijde links staat het bestaande systeem. Daar wordt geoptimaliseerd, verbeterd, verfijnd. Maar op een gegeven moment is de rek eruit. Wat ooit werkte, begint te kraken en moet worden afgebouwd (rechtsonder).
Het oude maakt plaats voor het nieuwe. Of, zoals veranderaars vaak zeggen:
“Zolang het oude plek inneemt, kan het nieuwe niet groeien.”
Het kantelpunt – waar chaos regeert
In het midden van de X-curve kruisen de lijnen elkaar. Dat is het kantelpunt. Het moment waarop alles schuift. Het is chaotisch, onzeker en vaak ongemakkelijk.
Wie ooit midden in een transitie zat, herkent dat gevoel: het oude werkt niet meer, maar het nieuwe staat nog wankel.Welke kracht wint? De behoudende of de vernieuwende?
De X-curve laat zien dat dit punt zich niet laat managen, maar wel beïnvloeden met bewuste interventies, initiatieven, gesprekken en keuzes in talloze organisaties tegelijk.
“In transities is niemand de baas.”
De curve is een schematische afbeelding: in werkelijkheid verloopt een transitie grilliger, asymmetrisch, met horten en stoten.
De pijn van afscheid
De kracht van de X-curve is tweeledig:
- Ze maakt zichtbaar dat iets nieuws creëren altijd betekent dat iets ouds verdwijnt. En dat is precies waarom de transitie in de ouderenzorg zo taai is. Er gaat iets verloren: werkpraktijken die jarenlang hun waarde bewezen, rituelen die houvast gaven, collega’s met wie je een geschiedenis deelt.
“Er gaat altijd iets kapot — en dat hoort erbij.”
- En hij maakt zichtbaar dat het oude en het nieuwe een tijdlang naast elkaar bestaan,
soms botsend, soms zoekend naar balans.
Als transities niet te managen zijn…
Wat kun je dan wél doen? De X-curve laat zien wat er gebeurt, maar niet hoe je ermee omgaat. Daarom zijn er aanvullende modellen, zoals het Two Loops Model van Margaret Wheatley en Deborah Frieze. Ze vertellen in andere woorden hetzelfde verhaal, maar met een zachtere, meer natuurlijke toon.

De levenscyclus van systemen
Wheatley beschrijft het zo:
“Elk systeem kent een levenscyclus. Het groeit, bereikt een hoogtepunt en gaat daarna achteruit. Beheerders proberen het systeem zo goed mogelijk te onderhouden, maar uiteindelijk is begeleiding nodig om het netjes af te ronden en er lessen uit te trekken.”
Haar benadering is mild, maar realistisch. Ze ziet verandering als onderdeel van een natuurlijk proces. Toch geldt het ook voor noodgedwongen transities, zoals in de zorg, waar minder mensen meer moeten doen, met minder middelen. De maatschappelijke noodzaak duwt het systeem vooruit.
Ruimte maken voor het nieuwe
Wanneer het oude systeem wordt afgerond, ontstaat ruimte. Pioniers en vernieuwers zoeken elkaar op, vormen netwerken, delen kennis. Langzaam groeit er iets nieuws: een gemeenschap van doeners, gedragen door vertrouwen en samenwerking.
“Alleen red je het niet, maar samen groeit er iets sterks.”
De overgang van oud naar nieuw is cruciaal. Mensen en middelen verschuiven richting de innovaties die werken. Soms helpt zelfs het oude systeem nog even mee om het nieuwe te versterken.
De kracht van het Two Loops Model
Het model biedt handvatten voor veranderaars: je kunt transities niet managen, maar je kunt ze wél begeleiden door het oude met respect af te ronden en het nieuwe met aandacht te laten groeien.
Reflectie
Deze modellen maken duidelijk: verlies, afscheid en weerstand horen erbij. Ze zijn geen obstakels, maar onderdeel van de beweging.